Collegecolumn: Hester Bijl over aanvraagdruk en onderzoek
< Uitgelicht

Collegecolumn: Hester Bijl over aanvraagdruk en onderzoek

College geven, tentamens, essays en/of scripties nakijken, studenten en promovendi begeleiden, onderzoek doen en daar dan ook nog het benodigde geld voor bij elkaar zien te krijgen. Het aantal fondsen voor wetenschappelijk onderzoek is beperkt en de hoeveelheid aanvragen is groot. Veel van onze wetenschappers ervaren daarom een grote druk in het doen van die subsidieaanvragen, want er hangt veel van af. Maar dat kan anders. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Dijkgraaf vorige week werk te willen maken van een doorlopend werkkapitaal voor onderzoekers.

In deze rubriek geven Annetje Ottow, Hester Bijl en Martijn Ridderbos een kijkje achter de schermen bij het College van Bestuur van de Universiteit Leiden. Hoe ziet hun werk eruit? Waar zijn ze enthousiast over? Wat zijn uitdagingen die ze tegenkomen? Het bouwen aan een gezonde, betrokken en lerende organisatie begint met het delen van wat je bezighoudt.

In een recent debat met minister Dijkgraaf en Marcel Levi, voorzitter van subsidieverstrekker NWO, heb ik precies daarvoor gepleit. Met de zogenaamde rolling grants, in 2020 voorgesteld door de KNAW, krijgen wetenschappers een werkkapitaal dat naar eigen inzicht besteed kan worden. Hierdoor hoeven onderzoekers niet steeds onderzoeksaanvragen te schrijven en krijgen ze meer ruimte voor vrij en ongebonden onderzoek. Dat is belangrijk voor de kwaliteit en de innovatie van het onderzoek, maar het geeft vooral meer rust aan de onderzoeker zelf.

Daarbij denk ik dat wij als universiteit onze onderzoekers ook beter kunnen ondersteunen, met initiatieven als Leiden Research Support. Door betere informatie en advisering bij het aanvraagproces en door hulp bij het vinden van alternatieve geldstromen. Verder wil ik met de onderzoekers verkennen of het slimmer kan, door meer kennis te delen en scherpere keuzes te maken zouden we onze slagingskans misschien kunnen verhogen.

'Zelf heb ik twee keer net naast een prestigieuze subsidie gegrepen als onderzoeker. Daar baalde ik enorm van en zo zullen collega’s dat nu ook ervaren'

De druk heb ik zelf ook ervaren, vooral toen ik in 1999 begon als universitair docent. Sindsdien is de aanvraagdruk alleen maar gestegen mede omdat het honoreringspercentage is gedaald. Minder dan 1 van de 5 onderzoeksvoorstellen haalt het. Dat betekent niet alleen veel verloren moeite maar ook veel teleurstelling en frustratie. Zelf heb ik twee keer net naast een prestigieuze subsidie gegrepen als onderzoeker. Daar baalde ik enorm van en zo zullen collega’s dat nu ook ervaren. Het kost tijd om je met overtuiging op een volgende aanvraag te storten. Daar zouden we het ook meer over moeten hebben met elkaar. Tegelijkertijd mogen we het ook meer vieren als we wel een subsidie binnenhalen.

In het debat met de minister en Marcel Levi heb ik me hard gemaakt voor een aanvullende wijze van het toewijzen van subsidies, zonder competitie. Het zou goed zijn als een deel van het extra geld dat het ministerie beschikbaar stelt voor onderzoek, gestoken wordt in meer zekerheid voor onderzoekers.

Herken jij je in dit verhaal? Of deel je graag jouw inzichten of ervaringen naar aanleiding van deze column? Stuur dan een mail naar nieuws@leidenuniv.nl